space
Ken je Gebbe? Hij is een kikker zoals alle anderen. Behalve dat zijn poten iets donkerder groen zijn. En zijn lijfje is iets lichter groen. Gebbe woont in het riet samen met zijn moeder, zijn vader, heel veel broertjes en zusjes en andere familieleden.
Soms vindt hij het gezellig met al die kikkers. Maar soms is hijliever alleen. Dat komt omdat hij dan beter kan denken.
Op sommige dagen gaat hij op pad met zijn vriendje Wopp. Vandaag is het zo'n dag. Gebbe en Wopp klimmen uit het riet omhoog. Gewoonlijk gaan ze samen vliegen vangen, maar nu willen ze iets anders doen. Maar wat?
Wopp doet een paar grote sprongen. Dan duikt hij het water in. "Hier vinden we wel iets te doen. Kom ook," zegt hij. Maar Gebbe vindt het te gewoon. Daar in de sloot vinden ze zeker niets anders. "Hè nee," antwoordt hij, "daar zijn we al zo vaak. Ik kom straks wel."
Gebbe draait zich om en springt de slootkant op. Daar, niet ver voorbij het gras, is het bos. Het is wel donker tussen de hoge bomen. En het is ook niet zo gemakkelijk voor een kleine kikker om in het bos de weg te vinden. Maar Gebbe is moedig. Al gauw zit hij tussen de varens aan de bosrand. Hij kan nog steeds een beetje het gras zien.
Het ruikt lekker hier tussen de bomen. Mmmm, heerlijke boslucht! Gebbe gaat zijn neus achterna. Hij springt dieper en dieper het bos in.
Dan komt hij bij een hol. De ingang is groot genoeg om een sprong in te maken. En dat doet hij ook. Hop, een sprong. Hop, nog een sprong. Hop, nog een. Nu zit hij midden in het grote hol. Het is aardedonker. En ineens beseft hij wat hij gedaan heeft. Daar zit Gebbe. Helemaal alleen in een donker hol ver van huis.
Hij zit, en zit ... omdat hij moet nadenken. En dat gaat heel goed als je alleen bent.
Het is hier helemaal stil. Of ... wat is dat? Gebbe hoort toch een geluid in de hoek van het hol. Een heel zacht geluid. Gebbe doet een sprongetje. Nu hoort hij het duidelijk. Het is een zacht, zoemend geluid. Nog een klein sprongetje. Ja, nu ziet hij ook iets. Zijn ogen zijn gewend aan het donker. Hij is er nu vlakbij.
Het lijkt wel een ... bal. Een bal? Ja. Nou, daar is hij echt niet bang voor! Een bal die geluid maakt. Waarschijnlijk loopt hij zachtjes leeg.
Gebbe is kalm. Hij besluit om de bal mee te nemen. Met zachte duwtjes rolt hij hem naar de uitgang. Nu is het tijd om de weg terug te vinden. Gelukkig gaat dat goed. Gebbe heeft immers een goede neus. Zo volgt hij zijn eigen spoor terug.
In het gras bij de waterkant zit Wopp op hem te wachten. "Wat heb je daar bij je?" "Ik heb iets Anders gevonden," zegt Gebbe. "Het lijkt anders op een bal," zegt Wopp, "maar hij is wel heel mooi." Gebbe en Wopp bekijken de bal nauwkeurig. Hij is toch niet lek, want hij is nog precies even groot als toen hij in het hol lag. En hij is een beetje doorzichtig.
Nu de zon erop schijnt zien ze dat er langs de kant kleuren tevoorschijn komen. Blauw aan de ene kant. Geel aan de andere kant. Soms wordt het geel oranje, daarna rood. De blauwe kant wordt nu eens groen, dan weer paars.
Wopp geeft de bal een duwtje. En daar begint hij te rollen. Eerst zachtjes. Dan sneller. En dan stuitert hij naar de waterkant. Door het licht van de zon krijgt hij steeds een andere kleur.
Elke keer als hij op de grond stuitert horen ze een geluidje. Beweeg je muis over het plaatje hieronder. Dan hoor je het ook.
De bal heeft behoorlijk vaart gekregen. Hij stuitert het water in met een plons en ... zinkt naar de bodem. Ja, nu wil Gebbe wel het water in! ...
Hoe gaat het nu verder met Gebbe? Vindt hij zijn nieuwe speelgoed terug? Is het eigenlijk wel speelgoed? In het boek Gebbe's eigen toon kun je er alles over lezen.
white
space