Een half uur Bach per dag voor uw broodnodige rust? Een kwartier Mozart voor een beter leerresultaat?
Nee zo werkt het niet. Het effect dat muziek op ons heeft kan niet vanuit de muziek alleen verklaard worden. Het heeft net zoveel te maken met de betrokken luisteraar en met de situatie waarin die persoon zich bevindt.
Elk van deze drie categorieën: muziek, persoon en situatie, heeft veel verschillende aspecten. En het aantal mogelijke combinaties is nog groter. Een paar voorbeelden:
- Muzikale aspecten: Toonhoogte, interval, toonaard, klankkleur, tempo, rytme, timing, articulatie, melodie, harmonie, vorm en nog veel meer.
- Menselijke aspecten: Leeftijd, geslacht, lichamelijke en geestelijke status (moe, fit, goed humeur, stress enz.), opvoeding, opleiding, beroep, temperament, muzikale ervaring, voorkeur en nog veel meer.
- Omgevingsaspecten: de akoestiek, of je degenen die spelen/zingen kunt zien, hoe ze zich bewegen, of je naar opgenomen of live muziek luistert, waar je luistert (in een concertzaal, in een kroeg, thuis), of je alleen bent of met anderen en nog veel meer.
Al waren er maar 10 verschillende aspecten per categorie dan geeft dat al 1000 verschillende combinaties.
Je zou zelfs kunnen zeggen dat er zoveel mogelijkheden zijn als er mensen zijn. En bovendien dat ieder muziekstuk een uniek kunstwerk is. Zoveel muziekstukken, zoveel mogelijkheden! Alle combinaties apart onderzoeken gaat dus niet.
Maar ondanks dat zijn er wel algemene tendensen gevonden in hoe we verschillende elementen in muziek opvatten. Waarom vinden we dat iets vrolijk klinkt, of verdrietig of plechtig? Wij verbinden bepaalde eigenschappen in muziek met bepaalde emoties.
Dat is onder meer onderzocht doordat men heel veel mensen liet luisteren naar muziekstukken en daarna liet aangeven hoe ze die muziek hebben ervaren. Vervolgens werd de muziek geanalyseerd op eigenschappen zoals tempo, volume, rytme, melodie en andere. De resultaten zijn alsvolgt:
Blijdschap: Snel tempo, majeur, relatief hoog volume, eerder consonant dan dissonant,
hoog toonhoogte niveau, luchtige articulering: staccato, lichte klankkleur, snelle toonaanzetten, relatief ongecompliceerde muzikale vorm.
Verdriet: Langzaam tempo, mineur, relatief laag volume, inslag van dissonantie, laag toongebied, legato articulatie, donkere klankkleur, langzame toonaanzetten, meer gecompliceerde muzikale vorm.
Boosheid: Snel tempo, hoog volume, inslag van dissonantie, staccato articulatie, harde/scherpe klankkleur, zeer snelle toonaanzet en - afsluiting, relatief gecompliceerde muzikale vorm.
Angst: Snel en onregelmatig tempo, laag volume, vaak een grote variatie in tempo, volume, toonhoogtegebied en andere variabelen.
Activiteit/Energie/Opwinding: Snel tempo, hoog volume, dissonatie, staccato articulatie, snelle toonaanzetten.
Spanning: Hoog volume, dissonantie, stijgende melodielijn, rytmische en/of harmonische complexiteit.
Ontspanning/Rust: Langzaam tempo, laag volume, consonantie, legato articulatie, ongecompliceerde muzikale vorm.
Plechtigheid: Langzaam tempo, relatief hoog volume, consonantie, relatief laag toonhoogtegebied, regelmatig en vast rytme.
Tederheid/Liefde: Langzaam tempo, laag volume, legato articulatie, langzame toonaanzetten, zachte klankkleur.
De gebruikte muzikale termen:
- Majeur: Toonsoort gebaseerd op een toonladder die met een grote terts begint.
- Consonant: Muzikaal interval, harmonie of akkoord dat door de meeste mensen wordt ervaren als welluidend.
- Dissonant: Muzikaal interval, harmonie of akkoord dat door de meeste mensen wordt ervaren als onwelluidend.
- Articulatie: De manier waarop een toon gespeeld wordt.
- Staccato: Korte aanslag, een toon die aanzienlijk korter gespeeld wordt dan de genoteerde nootwaarde.
- Klankkleur: specifieke karakter van een toon, een muziekinstrument of een menselijke stem.
- Toonaanzet: De manier waarop een geluid begint. Op een piano wordt de aanzet bepaald door de snelheid waarmee de hamer de snaar raakt.
- Mineur: Toonsoort gebaseerd op een toonladder die begint met een kleine terts.
- Legato articulatie: de tonen worden gebonden, ze worden zo gespeeld dat ze in elkaar overgaan.